Hoogbegaafd en toch moeite op school

Een groot aantal hoogbegaafden fietst niet vlot door het onderwijs. Toch merken wij in de praktijk dat een doelgerichte aanpak veel én snel goed werk kan leveren. Wanneer spreken we van onderpresteren en heeft dat alleen maar met het schoolse te maken? Hoe komt het dat deze leerlingen moeite ondervinden met school terwijl zij toch over behoorlijke cognitieve capaciteiten beschikken? Lees verder voor antwoorden op deze vragen én onderaan een downloadlink naar het e-boek De Slimme Onderpresteerder (Gevaert, 2014), helemaal gratis!

Schools leren en (vermoedelijk) hoogbegaafd zijn: hoe gaat dat samen?

Hoogbegaafde kinderen worden ontdekt door hun opvallende snelheid in denken en omdat ze zich zo gretig tonen om te weten. Ze ontwikkelen snel(ler) in taal, maar vaak ook in lichamelijke ontwikkeling (puberteit) en reflectie. Ze hebben behoefte aan ouders en leerkrachten die hen hierin begrijpen en op weg helpen. Stimulering op maat die hen telkens weer uitnodigt om de leerzone in te stappen.

Op school vallen deze kinderen aanvankelijk op door hun voorsprong en daar gebeuren vaak al snel denkfouten die voor veel narigheid zorgen op termijn: het hoogbegaafde kind wordt verkeerd begrepen:

Dit kind kan het al … en behoeft dus geen herhaling

Herhaling is de sleutel van het leren, door te herhalen worden we beter in wat we proberen in ons hoofd in te prenten. Daarbij is het zo dat ons brein ervoor kiest om datgene wat we niet veel nodig hebben of gebruiken minder gemakkelijk toegankelijk te maken. Je weet wel dat het bestaat, je herinnert je nog iets maar het beeld is niet meer helder en je info is niet meer volledig. Je kent het gevoel wel van “het ligt op het puntje van mijn tong, …” Herhaling helpt hierbij dus, je Butler (zie boek) krijgt dus voldoende keren de boodschap dat dit echt wel iets is om te onthouden en gebruiksklaar te hebben.

Maar… een aantal hoogbegaafde leerlingen is zo gedreven om het goed (lees: perfect) te doen dat ze erg onzeker worden door te veel herhaling. Dit kind wordt zenuwachtig, krijgt stress. De gedachte dat je veel moet herhalen omdat je het nog niet goed kent is tastbaar aanwezig, ook al kent dit kind dit stuk leerstof mogelijk al op voorhand (dus voor de leerkracht het heeft aangereikt). Deze leerling gaat twijfelen aan zichzelf en weet het eigenlijk allemaal niet meer zo goed. Een aantal van deze kinderen gaat in overdrive bij het oefenen, anderen haken ronduit af en gaan onderpresteren.

Wat kun je doen?

Doelgericht herhalen is dé boodschap! De eerste weken van het schooljaar staan in teken van herhaling, het is handig om dit te gebruiken om hoogbegaafde leerlingen te screenen. Met als doel te weten te komen wat ze wel nog weten en waar ze alsnog wat herhaling kunnen gebruiken. In plaats van dus de reguliere herhaling op hen af te schieten, mogelijk zelfs wat te schrappen in het aantal oefeningen – kun je beter doelgericht te werk gaan en opsporen wat ze al kennen en wat nog niet genoeg geïntegreerd is. Hoe??

Bijvoorbeeld door een toets te geven zonder eerst te laten herhalen. Dit kondig je best aan bij het kind: “We gaan even meten wat je nog weet. Wat nog niet goed vast zit, zullen we dan oefenen.” Zo ga je enkel oefenen wat nog inoefening kan gebruiken en je herneemt de toets achteraf. Je krijgt dus een voormeting en een nameting. Je kan dus de voortgang netjes in kaart brengen voor jezelf als leerkracht én voor het kind. Dit is Growth Mindset in de praktijk: vergelijken met je eigen groei. Het motiveert, je leert ongelooflijk veel over je leerbehoeften en het kind is eigenaar van de prestatie. Dit zijn heel belangrijke competenties in de strijd tegen onderpresteren.

Zo een knap kind, die kan eigenlijk wel met zijn projectmap zelfstandig aan de slag

In tijden van besparingen en mooie hervormingen (die op de werktafel een goede oplossing lijken) zien wij in de klaspraktijk menig leerkracht veel moeite doen om het allemaal gedraaid te krijgen. Zoals het bij alles is, zijn er echter ook voorbeelden aan te halen van minder goede aanpak. Eentje is de gedachte dat een hoogbegaafde leerling zelfsturend is.

Zelfsturing en autonomie, het zijn inderdaad mooie kwaliteiten van het hoogbegaafde kind maar het moet hierin ook groeien en gecoacht worden. Een leerling voedt zichzelf niet op, ook al staat die in kennis mijlen vooruit. Het schoolse leren omvat ook de leervaardigheden, het hoe van het verwerken van deze kennis. Dit belangrijke onderdeel van het schoolse leren moet aangeleerd worden, geoefend en soms zelfs ingeprent. De hoogbegaafde leerling kan dit niet op zijn eentje. Mogelijk (en dat is zeker onze ervaring) verloopt dit leren wel een pak sneller dan bij het doorsnee kind. Goede begeleiding, duidelijke doelen en heldere feedback zijn richtinggevend voor het leren en maken een wijze leerling.

Wat kun je doen?

Doelen stellen die werken!

1. Breng in kaart wat je wil dat de leerling leert: is dit kennisgericht of wil je graag dat er bepaalde vaardigheden geoefend worden?

2. Bepaal hoe dit geleerd zal worden en praat dit door met de leerling. Maak afspraken met elkaar over uitvoering, opvolging en evaluatie.

3. Licht de ouders in over je aanpak en de afspraken die je gemaakt hebt, vraag hen om mee op te volgen.

Onderpresteren is …

Ellendig, maakt ongerust, zorgt voor spanningen, brengt vertraging in de studie met zich mee, geeft stress, doet falen, … (vul zelf maar aan)

We spreken van onderpresteren als een leerling niet presteert naar de verwachtingen die we daarover hadden. Deze verwachting kan gewekt worden door een test (IQ) en/of door gedrag in de klas dat wijst op grote inzichten. Onderpresteren is meer dan schoolse prestaties! We zien dat onderpresteerders op alle levensdomeinen minder doorgaan, zich inhouden en moeite ervaren met doorzetting (ouders noemen het ook wel “ze missen discipline”). in de loopbaanbegeleiding merken wij deelnemers komen met de vraag naar een carrièrewending: ze voelen zich ongelukkig, willen eindelijk eens doen waar ze goed in zijn.

Een onderpresteerder weet dat die beter kan – hij of zij wordt daar ook vaak genoeg op gewezen. En toch krijgt die het niet gekeerd. In dialoog met de onderpresteerder komt naar voren dat zij niet weten hoe te studeren, hoeveel tijd dat behoeft noch hoe zij dit concreet ingepland krijgen. Ze willen allemaal (!) beter presteren, maar het lukt ze niet. Vaak hebben ze al heel wat geprobeerd wat niet het gewenste resultaat opleverde. Jonge onderpresteerdertjes vertonen veel lichamelijke klachten (buikpijn, hoofdpijn, niet kunnen slapen) en tieners vertonen soms heel stoer gedrag en/of voelen zich neerslachtig.

We kunnen onderpresteerders helpen door hen doelgerichte tips te geven. Opmerkingen als “jij kan beter!” en “dat zou je nu toch al moeten weten!”, kun je best achterwege laten. Denk aan die tv-kok die vraagt op het einde “wat heb je geleerd vandaag?” en zoek actief met de onderpresteerder naar wat kan helpen en welke (studie)tip die nodig heeft. Onze methode doet net dat: goed luisteren naar de leer- en studiebehoefte, naar wat de onderpresteerder al probeerde en dan doelgerichte en zeer concrete tips geven. Daarom leiden wij onze coaches ook zeer goed op, om de onderpresteerder snel en krachtig op weg te helpen.

Onderpresteerders houden vast aan wat wel nog goed loopt in hun leven, daar putten ze energie uit. Het kan gaan om een hobby of de jeugdbeweging, sommige van onze studenten gaan werken. Menig ouder maakt zich hierover zorgen want het neemt best wat tijd in de planning in, tijd die misschien beter aan de studie wordt besteed. Wij leren de onderpresteerder dat een goede planning overzicht biedt om al deze vitale activiteiten te kunnen blijven doen. De tijd die resteert is voor je studie en die moet je dan goed laten tellen.

Onderpresteren is niet altijd even gemakkelijk te herkennen, sommigen blijven lange tijd onder de radar. Dat heet dan relatief onderpresteren, waarbij een persoon dus schijnbaar redelijke prestaties neerzet maar ondertussen heel wat onderbenut laat. Het gaat om een soort van aanpassingsgedrag dat volgt uit onvoldoende doelgerichte leerervaringen. Het gaat lange tijd vanzelf waardoor niet geoefend wordt met studiemethoden en opeens komen we op een punt dat de pakketten te groot zijn geworden om in 1 dag te verwerken. Dit falen doet schrikken, kan ervoor zorgen dat de onderpresteerder snel van richting verandert maar een aantal komt in emotionele problemen. Heb je vragen over onderpresteren, dan beantwoorden wij die graag.

Omdat we samen het onderpresteren slimmer willen aanpakken…

Download hier het eboek De slimme Onderpresteerder (Gevaert, 2014)

Veel leesplezier!

Post Info :
Deel deze post :

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *