Hoogbegaafd, wat doet het met jou als ouder?

Ouders zijn van een hoogbegaafd kind, het lijkt een luxe probleem maar ik kan je verzekeren

dat het je slapeloze nachten kan bezorgen. 

Destijds merkte onze kinderarts al snel op dat de zoon “een rappe” was. Dat betekende toen weinig voor mij, hij was onze oudste en inderdaad leek hij een snellere ontwikkeling door te maken dan zijn neefje van dezelfde leeftijd. Wij stemden af op zijn vraag en stonden daar eigenlijk niet bij stil: hij was gelukkig. Zijn eerste schooltijd veranderde echter snel van een “leuk ventje” naar “wat een druk kind!” In overleg met de arts besloten we hem wat meer uitdaging te bieden: hij sloot aan bij een klas hoger. Een klein groepje waar hij zichzelf kon zijn, dus ging hij weer floreren. Huppelend naar school en vele verhalen. Elke week weer sleepte hij boeken en andere materialen mee naar de kring om erover te vertellen. Hij had vele vriendjes.

Als 5-jarige kwam de eerste strijd toen hij op schoolrijpheid werd getest, zonder dat wij hiervan op de hoogte waren (wij stonden hier niet achter, vonden hem alsnog erg jong). Hij kreeg de boodschap dat hij het zo goed had gedaan dat hij mocht kiezen: of hij zou nog een jaartje kleuteren of hij zou gaan leren. Wij schrokken hier wel van. Niet dat hij het zo goed had gedaan, dat voel je (toch?!), maar wel dat hij die keuze kreeg… Kan een kind deze keuze aan?

Een nieuwe test volgde en opnieuw de bevestiging: zeer hoge score. Op onze vraag of hij voldoende schoolrijpheid bezat kon men niet antwoorden. Het kon best zijn dat hij het goed zou doen omdat het hem zou boeien, maar ja: “dat weet je nooit op voorhand,” zei de diagnosticus. De beslissing lag dus bij ons, want je laat je kind toch niet kiezen?? En dus na lang beraad lichtten we hem in dat hij in september naar het eerste leerjaar zou gaan en dat we het helemaal OK vonden dat hij gewoon zijn best zou doen.

Apetrots vertrok het kind naar school, prachtige rapportcijfers volgden vele jaren maar hij werd steeds ongelukkiger. Hij voelde zich niet begrepen, vroeg zich openlijk af waarom hij zo anders was. School was helemaal niet leuk, geen uitdaging, vrienden wel maar geen “echte” vrienden. Uiteindelijk kwam hij zelf met de vraag om zich te laten (her)testen: hij wilde weten hoeveel zijn IQ was/is. Waarom? Dan zou de school hem toelaten tot een speciaal programma, kon hij nog een jaar versnellen, … Ook deze test klopte hij en kreeg de bemoedigende woorden: “jij levert 120%, proficiat!” Maar geen versnellen, dus dan maar 6 uitzitten (letterlijk, want de leerstof was verwerkt).

Het secundair liep welgeteld 1 jaar goed, waar hij wel in een speciaal programma zat. Helaas liep het project op de klippen en keerde hij terug naar de thuisregio. Het ging van kwaad naar erger, in het 3e jaar werd een nieuwe testing “geëist” door de school omdat men niet kon begrijpen dat dit ooit juist kon zijn. Een wakkere directeur echter vertelde me dat hij een autodidact zou zijn, dus ik zou hem beter homeschoolen. En zo geschiedde.

Hoogbegaafd en onze zoon: hij weet het, kent zijn mogelijkheden en gebruikt ze ondertussen wel waar zij hem uitkomen 🙂 Hij heeft een geheugen om U tegen te zeggen, valt snel op in gesprek op het werk, is zeer punctueel (geen halfslachtig werk), zeer veeleisend voor zichzelf en humor mogelijkheden die aan het absurde grenzen. Als volwassene is hij gelukkig, maar toch nog steeds anders. Hij kan oprecht trots zijn voor anderen en tegelijk zeer (te?) kritisch voor zichzelf.

Waarom het belangrijk is dat je kind het weet

Wij zijn steeds open om gegaan met de informatie. Een cijfer kenden wij pas toen onze zoon er zelf om vroeg, dan heeft de diagnosticus het hem meegedeeld en hij vertelde het aan ons. Voor ons was het niet belangrijk, hij is zoveel meer dan dat en onze bezorgdheid was zo groot: wat zou dat met hem doen? En dat is iets wat bij vele ouders leeft: hoe zal dit mijn kind beïnvloeden?

In mijn ochtend leesmoment (thee, krantje) stootte ik op een artikel van Draper Kauffman, een doctor in onderwijskunde en moeder van een hoogbegaafd kind. Daar las ik heel wat bevestiging van wat wij in de praktijk ook horen:

Hoogbegaafde kinderen weten dat ze anders zijn…

alleen weten ze vaak niet waardoor dat komt en gaan ze het negatief invullen voor zichzelf. Ze snappen niet waarom de kinderen in hun klas hen niet goed begrijpen en besluiten dat het wel aan het eigen gedrag zal liggen: “ik ben de rare.”

M-P (17) heeft geen echte vriendinnen, ze gaat om met een haar opgelegd groepje, vertelt ze. Ondertussen doet ze zoveel moeite om erbij te horen, haar vele voorstellen leveren echter niet op dat zij naar de Halloweenstoet gaat met een groepje. Ze zat thuis, werd niet meegevraagd én zag op Facebook dat haar voorstel wel anderen heeft geïnspireerd.

K (9) ziet dat de anderen stevig doorwerken in de klas. Zij maken geen fouten, maar K wel en daarbij is ze erg traag. Ze vindt het ook helemaal niet leuk op school, maar al die anderen kinderen wel. Zij genieten en zijn enthousiast. Het enige thema dat haar boeide was toen ze leerden over bloed. Wat is er mis met haar, vraagt ze zich af.

Het is erg belangrijk dat “anders” zijn ook positief kan zijn en dat je kind dit ook meekrijgt. Hoogbegaafde kinderen reflecteren eerder over zichzelf en vergelijken zich meer met anderen. Praat hier dus over met je kind. Ze begrijpen vaak niet dat andere kinderen de wereld niet zien zoals zij die ervaren en dat maakt extra onzeker!

Praat erover, maak van hoogbegaafdheid een normaal gespreksonderwerp en geen taboe. Hoe je het ook benoemt – wij benoemen het met jonge kinderen steeds als “een ontwikkelingsvoorsprong” en “jij staat wat voor op je klasgenootjes”, of “jouw hersenen snappen dit al” – maak het bespreekbaar in de veilige context van je gezin.

Nieuw in ons aanbod: grootoudertraining en Peers4Parents oudergroep 
Post Info :
Deel deze post :

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *