Welke basisbehoeften kun jij in de klas toepassen?

We horen vaker dat slim en hoogsensitief pittig kan zijn in de klas, deze leerlingen kunnen erg faalangstig reageren. Ze krijgen een tijd uitbreiding maar reageren daar zo angstig op dat de leraar er zelf onzeker van wordt. Ik heb hier een paar handvatten voor je, om in je klas toe te passen. Maar natuurlijk is het ook handig voor de ouders 🙂

Hoogsensitieve kinderen kunnen de school en de klas als overweldigend ervaren. De klaslokalen zijn vaak vol en lawaaierig. Hoogsensitieve kinderen herkennen de kleinste veranderingen en details. In de klas zijn ze vaak geneigd om stil te zijn en van afstand de stimulerende klasomgeving te observeren. Slimme en hoogsensitieve kinderen kunnen ook erg faalangstig reageren en/of gaan onderpresteren (Desmet & Gevaert, 2018). Daardoor kun je ze mogelijk minder goed inschatten op leervlak.

8 Handvatten voor groei

  1. Procesevaluatie levert je aanvullende informatie op. Je kan observeren tijdens het gewone werk of tijdens vrije werktijd. Hoogsensitieve kinderen kunnen door stress soms minder goed presteren op toetsen terwijl ze wel goed voorbereid waren. Je kan ervoor kiezen als leraar om de evaluatie daarom te verdelen over verschillende momenten en vormen. We denken aan het beoordelen van de toets zoals voorzien, maar ook eens een evaluatie te koppelen aan het werk in de klas, het huiswerk, … Let er in ieder geval op dat je een stressreactie/prestatie niet verwart met het ware leervermogen. Pretoetsen kan daarom handig zijn. Dan heb je bij de start al een beeld en kun je de voortgang meten. Daarnaast zullen slimme en hoogsensitieve kinderen je mogelijk verrassen met hun leervermogen, ze staan vaak al verder dan je dacht.
  2. Ondersteuning aanbieden helpt het hoogsensitieve kind om de zelfinschatting te verhogen en dus ook meer zelfsturing te krijgen. Deze leerlingen kunnen erg onzeker zijn over hun competentie. Ze starten dan mogelijk helemaal niet op of net wel vlot maar vallen dan halfweg stil. Ondersteunend materiaal maakt ze onafhankelijker van de leraar. Ze kunnen dan zelf even checken, wat opzoeken of herbekijken. Ze kunnen daarna mogelijk terug verder. Ondersteunend materiaal kan in de vorm van een tafelkaart, spellingkaart, overzicht van de theorie (handvatten), een opzoekboekje, … maar voor sommige kinderen is het ook handig om een dagplanning te krijgen of een overzicht van de taak (cfr Beertjes van Meichenbaum). Het geeft hen rust en creëert de nodige ademruimte om te kunnen presteren.
  3. Prikkels komen ongefilterd binnen bij kinderen en personen die hoogsensitief zijn. In een klasgebeuren kan het onbedoeld erg druk zijn. Je kan aanbieden om te werken met een hoofdtelefoon. Als je voldoende ruimte hebt in de klas/school dan kun je ook een stille werkruimte maken. Als dat niet mogelijk is, dan is het handig om het hoogsensitieve kind wat ademruimte te gunnen na inspanning onder minder constructieve omstandigheden. Net zoals we een kind met bewegingsdrang laten ontladen, kunnen we dit kind ook wat ruimte gunnen om te bewegen en te ontspannen. Voor het ene kind is dat even bewegen, voor het andere is dat lezen, knutselen, …
  4. Ga in ieder geval in dialoog met ouders en kind. Op die manier kunnen jullie een krachtig en doelgericht team vormen in de groei van dit kind dat hoogsensitief is.
  5. Positief stimuleren is zeer belangrijk. Voor een hoogsensitief kind dat erg onzeker is over eigen kennen en kunnen, dat daarenboven ook perfectionistisch is zal het zeer belangrijk zijn om vertrouwen uit te stralen over de groei. De volwassenen (ouders, leraren) spelen een belangrijke positieve rol in de aanpak van faalangstig gedrag. Laat het kind voelen en zien dat leren een groeiproces is, dat fouten maken een teken zijn dat we in de leerzone zitten. En dat het OK is om daarvan te schrikken. Leren is spannend, je gaat namelijk iets doen wat nog niet gekend is en dat is helemaal OK. Deze ingesteldheid met focus op groei is zeer belangrijk om de leersprong te durven maken (Dweck, 2012; Desmet & Gevaert, 2018).
  6. Structuur en voorspelbaarheid zijn basisbehoeften van het hoogsensitieve kind. Als we eerlijk zijn, dat is voor alle kinderen zo – alleen heeft dit kind nog meer nood aan voorspelbaarheid. Ze houden van controle en autonomie, een degelijke structuur maakt dat ze dit ook zelf kunnen overnemen. Daarom is het handig om voor hoogsensitieve leerlingen met een dagplanning te werken, dat mag gerust naast de weekplanning (of meerdere wekenplanning) staan. Vanaf een bepaald ontwikkelingsniveau kan de leerling dit zelf samenstellen. Bouw deze groei alvast op en koppel dat niet aan een standaard vast, dit is persoonlijke groei. Dat betekent dat het voor het ene kind met 9 jaar is en voor het andere pas met 11 jaar.
  7. Groepswerk zorgt nogal eens voor extra spanning. Ook hoogsensitieve kinderen kunnen samenwerken, mits we wat rekening houden met hun behoeften. In een groepswerk is de onderlinge afhankelijkheid op taakniveau vaak een belemmerende factor. Koppel daaraan een groepscijfer en de stress is compleet. Maak ruimte in een groepswerk voor taakverdeling en beoordeel kinderen zowel voor hun individuele input als voor het samenwerken. Leg dit zeker goed uit aan de leerlingen, het slimme en hoogsensitieve zal dit zeker appreciëren. Beoordeel het samenwerking niet op het product maar op het proces (hoe werd samengewerkt, wat werkte (niet) en hoe is daarmee omgegaan, wat hebben we geleerd hieruit?).
  8. Gevoelens hebben een zeer sterke intensiteit bij kinderen die hoogsensitief zijn. Ze schieten de hoogte in, de denkruimte is zeer beperkt op de hoogste trap van de stressladder. Je helpt het kind door herkennen: ik zie, ik merk, ik hoor, … dat je overweldigd bent. Dan gaan we samen even ademen, het gevoel ruimte geven. Het is zeker mogelijk dat je meerdere keren moet ademen. We kunnen kinderen die hoogsensitief zijn ook aanleren hoe zij kunnen ontladen op hun eentje.
    Daarna pas kun je vooruit met de inhoud. Handige tips bieden, structureren van de gedachten en denkwijze (stappenplan aanreiken) kan helpen. Je kan de meer geoefende leerling ook stimuleren om zelf in stappen te denken. Ook dit is zeer kindafhankelijk. Wat alvast niet helpend is: samen de paniekboot instappen. Of het kind alle uitdagingen wegnemen in een poging om het faalangstig gedrag te stoppen. Emoties zitten in de eerste plaats in je lichaam en moeten lichamelijk opgelost geraken. Het hoofdje komt er pas later aan te pas.

Geniet van de zomer!

(bronnen: www.kennisrotonde.nl; www.hspvlaanderen.be; www.sensikids.nl ; Desmet & Gevaert, 2018)

Post Info :
Deel deze post :

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *